De volwassen schapenteek (Ixodes ricinus) is enkele millimeters groot en is bruin-zwart van kleur. Larven zijn zeer klein en hebben zes poten, terwijl nimfen iets groter zijn en net zoals adulten acht poten hebben. Het lichaam van de teek is rond tot ovaal en is, van opzij gezien, plat. Volgezogen teken zijn bijna bolvormig.
Het volledige ontwikkelingsproces van de schapenteek, d.w.z. van ei tot adult, neemt gewoonlijk een periode van twee à drie jaar in beslag waarbinnen elk actief stadium eenmalig een gastheer zoekt. Schapenteken zitten op lage begroeiing zoals lage struiken en grassen. Als een potentiële gastheer (mens of dier) in de buurt komt klampen ze zich vast om vervolgens een geschikte plaats op het lichaam te zoeken om gedurende enkele dagen bloed te zuigen. Een volgezogen teek laat zich op de grond vallen en na een rustperiode start het volgende stadium.