Bij ongeveer de helft van de personen die besmet worden met de Borrelia -bacterie zal het lichaam zich voldoende kunnen verdedigen tegen de infectie en wordt de persoon niet ziek. Wanneer de ziekte zich wel ontwikkelt, is het erythema migrans het meest voorkomende ziekteverschijnsel (geschat op ongeveer 95% van de manifestaties) dat 2 tot 30 dagen na de tekenbeet optreedt (in het algemeen 7 tot 14 dagen). Het gaat om een rode kring op de huid die vanaf de plaats van de tekenbeet langzaamaan groter wordt terwijl het centrum vaak lichter van kleur wordt. Een erythema migrans is meestal 5 tot 15 cm groot. De roodheid (erythema) is niet pijnlijk en verdwijnt na enkele weken vanzelf. Zij kan dus onopgemerkt blijven. Er kunnen ook andere verschijnselen met deze roodheid gepaard gaan, zoals koorts, vermoeidheid en spier- en hoofdpijn. Een erythema migrans moet onderscheiden worden van een lokale reactie op de tekenbeet, waarbij de roodheid zeer snel optreedt, meestal beperkt blijft in grootte en niet verder uitbreidt. Wanneer een erythema migrans vastgesteld wordt, is verder onderzoek (bv. via een bloedafname) niet aangewezen en zal de (huis)arts een behandeling met antibiotica voorschrijven.
Eenmaal aanwezig in het lichaam en zonder behandeling kan de bacterie zich verspreiden naar andere delen van het lichaam, vooral naar de gewrichten en het centraal zenuwstelsel en, minder frequent, naar het hart. In bepaalde gevallen ligt zij dan aan de oorsprong van laattijdige verschijnselen, weken tot maanden na de beet, zoals artritis (pijnlijk, rood, warm en gezwollen gewricht, vaak de knie) of neurologische aandoeningen (bv. een ontsteking van een zenuwwortel).